top of page
header-foto.png

 GESCHIEDENIS  

Ooit exerceerden de militairen van het 7e regiment der infanterie op één van de mooiste plekken van Amsterdam. Het terrein van de Oranje-Nassaukazerne ligt aan de Singelgracht, tussen twee 17e eeuwse bolwerken van de wijdberoemde koopstad Amsterdam. In de
Napoleontische tijd moest Amsterdam voor de Franse troepen een imponerende kazerne bouwen. De Franse genie-officier De Moras tekende voor het strenge en sobere classicistische gebouw. Stadsbouwmeester Van der Hart werkte de plannen uit.

 

In 1810 werd de eerste steen gelegd door Franse maarschalk Charles Oudinot, hertog van Reggio. Toen de kazerne in 1813 werd voltooid, was de Franse overheersing ten einde en werden de Franse symbolen aan de gevel vervangen na de nederlaag van Napoleon en kreeg het gebouw de huidige vaderlandslievende naam, De Oranje Nassaukazerne. De kazerne zelf is een eindeloos lang gebouw van maar liefst 888 Rijnlandse voeten lang (276 meter) en 50 voet breed (16 meter) waarvoor 3300 heipalen zijn gebruikt. De kazerne heeft bakstenen muren met houten vloerbalken en een houten kap- constructie met pannen schilddaken. Het model is geënt op het Franse liniaire 'Vaubanse' type: corridorloze variant waarbij de manschapszalen alleen via middendeuren en aparte trappenhuizen te bereiken zijn. De bouwkosten, ten laste van Amsterdam, bestond uit 58.000 gulden voor grondaankoop en schadevergoeding aan twee molenaars en 701.888 gulden voor de bouw.
 

De 190.000 Amsterdammers konden een extra belasting betalen waarna ze vrijgesteld werden van inkwartiering van Franse soldaten. De begrote bouwkosten bedroegen 24.000 gulden maar de Fransen, ook Napoleon zelf, hadden steeds meer wensen. Vanaf het begin veroorzaakten de tocht, vocht en slechte hygiëne ziekten en rond 1830 werd het afgekeurd voor huisvesting.
 

Van 1855 tot 1860 werden onderhandelingen gevoerd tussen de gemeente Amsterdam, eigenaar, en het Rijk om de kazerne aan het Rijk over te doen. Het Rijk wilde zelf het beheer over de kazernes gaan voeren en voor deze kazerne speelde mee dat men het tot magazijn wilde ombouwen vanwege de plannen voor de aanleg van de Stelling. De gemeente gaf de kazerne weg mits zij geen kosten meer zou hebben wat betreft huisvesting van het leger. Het Rijk verklaarde in 1867 dat de kazerne aan de gemeente zou worden teruggeven als het niet
meer voor militaire doeleinden zou worden gebruikt.

 

Na plannen tot sloop kwam er rond 1985 een verrassend plan voor restauratie en verbouw van de kazerne. Een spannende compositie van oude en nieuwe bebouwing met zes torens die in hoofdopzet gelijk, maar verschillend uitgewerkt zijn door architecten uit zes verschillende landen. Een week lang in de zomer van 1988 werkten zij onder leiding van Atelier PRO aan de door loting verkregen toren en spraken af om te komen tot
verscheidenheid in ontwerp. 

 

In 1989 werd het gebouw door het Rijk overgedragen aan de Gemeente Amsterdam. In de kazerne kwamen 150 sociale huurwoningen met veel vloeroppervlak en hoge verdiepingen. Om voldoende licht in de woningen te krijgen, werden er extra ramen gezaagd. Door de ramen smal te houden en de kozijnen achter in het gat te plaatsen, bleef de ritmiek en het beeld van de gevel nagenoeg gelijk. 

 

Van de gebouwen die later op het terrein van de kazerne zijn gebouwd, zijn alleen het keukengebouw en bureelgebouw nog aanwezig. Aan de Sarphatistraat werd een doorgang door de kazerne gemaakt en erachter verschenen woningblokken, waaronder het grote gebogen woongebouw waarop de gouden man prijkt, die met wind en zon kan meedraaien. Langs het water van de Buitensingelgracht staan zes middelhoge woontorens van acht verdiepingen, die door verschillende buitenlandse architecten zijn ontworpen. Er is ruimte uitgespaard, zodat je vanaf de Mauritskade zicht hebt op de timpaan* aan de achtergevel van de kazerne.
 

* Het timpaan is het - dikwijls rijk met beeldhouwwerk versierde - muurpaneel boven de ingang van een kathedraal of ander voornaam gebouw. In de middeleeuwse bouwkunst is een timpaan rond (romaans) of spits (gotiek) en gewoonlijk van reliëfwerk voorzien. In latere bouwstijlen is het in de vorm van een driehoek toegepast en kan het boven portalen aan de voorkant van een gebouw zitten.

 HISTORIE IN JAARTALLEN 

1810: eerste steen gelegd door Franse maarschalk Charles Oudinot, hertog van Reggio.

1813: Franse symbolen aan gevel vervangen na nederlaag Napoleon. Naam wijzigde naar Oranje-Nassau kazerne.

1814: in gebruik genomen door Koning Willem I.

1830: gedegradeerd tot passantenhuis.

1839: verblijf van dieren van pas opgerichte Artis.

1860: overgedragen aan het Rijk door Gemeente Amsterdam.

1863: in gebruikname als arsenaal voor opslag artilleriemateriaal.

1883: bouw bergloods voor voertuigen.

1892: duivenonderkomen voor Militaire Postduivendienst.

1894: Militaire Postduivendienst naar Rijkspostduivenstation.

1905: bouw keukengebouw (en privaatgebouw?).

1916: bouw exercitieloods voor de infanterie.

1917: tijdelijke legering 4de comp. 10de Reg. Infanterie (Koudenhorn Kazerne Haarlem) vanwege rellen (februari).

1920: uitgebreid met burelen t.b.v. EAI Amsterdam (ten koste van bergloods voor voertuigen?).

1927: Vestingartillerie opgeheven.

1929: 7e Regiment Infanterie overgeplaatst naar Harderwijk.

1940: gevorderd door Luftgau Kommando Holland (juli).

1944: is verlaten door Duitse bezetter (2 juni).

1949-1965: Intendanceschool.

1966: restauratie gebouwen en herinrichting terrein.

1966/1967: regimenten van Kamp Rooswijk en Kamp Zeeburg opgenomen.

1987: verhuizing naar Kolonel Six Kazerne.

1989: overgedragen aan Gemeente Amsterdam door het Rijk.

1990: verbouwing tot kantoorruimten en 150 sociale woningen.

1992: bouw woonblok en woontorens op vm. exercitieterrein.

bottom of page